Jacobien de Rooij

Jacobien de Rooij (Rotterdam, 1947) studeerde in 1970 af aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Sedert vele jaren woont en werkt zij in Haarlem. Zij is een kunstenaar die inmiddels een grote hoeveelheid indrukwekkende, monumentale tekeningen heeft gemaakt. Zij sluit aan bij de traditie van Nederlandse landschapsschilders en voegt daar in maatvoering en materiaalgebruik het hare aan toe. “Meesteres over het krijt is zij”, en “natuur-die-de-natuur-overstijgt” aldus Jeanne Prisser in de Volkskrant, 2015. Opvallend is dat ondanks het schijnbare realisme van haar werk, ze nooit iets natekent. Al haar werk is een verbeelding van de waarneming naar de natuur.

Haar werk is vertegenwoordigd in tal van museale en institutionele collecties waarbij de verwerving van een vijftal van haar werken door het Rijksmuseum te Amsterdam in 2019 als een bekroning van haar kunstenaarschap kan worden gezien.

Jacobien de Rooij’s Vogelgids
Bijzondere en gelimiteerde uitgave

De honderd tekeningen in deze vogelgids maakte Jacobien de Rooij na een periode van jaren waarin ze vooral landschappelijke onderwerpen tekende ontleend aan het Ierse getijdengebied met ‘Rockpools’ en ‘Tidepools’ die ze op metersgrote formaten uitwerkte. Begin 2023 besloot ze kleinere tekeningen te maken die voor veel meer mensen toegankelijk zijn.
Het is Jacobien erom te doen te bevestigen dat haar vogel een tekening is, dat er geen fotografische illusie mee wordt beoogd. Haar vogels zijn echt getekend, en deze honderd tekeningen laten zien hoe groot haar liefde voor vogels is.

108 pagina’s full color, hardcover, gelimiteerde en genummerde oplage van 100 exemplaren. Een speciale editie met de nummers 1 t/m 25 gaan vergezeld van een twaalfkleurenprint op waar formaat (A4) op Somerset papier; u heeft de keuze uit vijf verschillende tekeningen die ieder slechts vijfmaal geprint worden. Bestel op tijd want op is echt op.
Wanneer u voor 6 juni 2023 bestelt ontvang u € 5,- korting op deze uitgave en € 10,- korting op de speciale uitgave met print; de uitgave verschijnt in de tweede week van juni 2023. De prijs is inclusief BTW en verzending binnen Nederland.

Klik hier om te bestellen

Inmiddels is de derde uitgebreide editie van onze uitgave “Kijk dan! De tekeningen van Jacobien de Rooij” verschenen. Het boek is hardcover gebonden, omvat 116 pagina’s op het royale formaat van 290 x 290 mm. Het boek bevat een beschouwing door Alex de Vries waarin uitgebreid wordt ingegaan op de ontwikkelingen in het werk van Jacobien de Rooij. Naast werken uit de periode vanaf 1987 bevat het boek vooral veel recent werk tot en met 2022. Nu te koop voor € 39,95 inclusief verzendkosten (binnen Nederland). Klik hier om te bestellen.

Rockpool (Sterren), 200 x 150 cm, 2018, pastel op papier

JdR Brocato

Broccato, 220 x 291 cm, 2013, houtskool en pastel op papier

Werk van De Rooij is in de volgende collecties opgenomen: Museum Boijmans van Beuningen Rotterdam, Centraal Museum Utrecht, Stedelijk Museum Amsterdam, Provinciale tekeningen collectie Utrecht, Gemeente Utrecht, Jan Cunen centrum Oss, Noord Brabants Museum Den Bosch, ABN Amro bank, Hoge Raad, Europees parlement, Nederlandsche bank, LUMC Leiden, Triodos Bank, Ziekenfondsraad, Ministerie van Binnenlandse Zaken, Ministerie van Buitenlandse Zaken, Ministerie van Justitie, KF Heinstichting Utrecht

Klik hier voor de website van Jacobien de Rooij

Nu ook te zien in de bibliotheek van de Zwaluwkamer!

Onderaan deze pagina een toelichtende tekst door Alex de Vries.

JdR Lam Gods

Zonder titel (naar Geertgen tot Sint Jans), 150 x 215 cm., 2009, houtskool en pastel op papier, 2013

JdR Nauwkeurige proefmeting

Going home, 240 x 150 cm, 2006/2014, pastel en houtskool op papier

JdR Talhadia

Talhadia, circa 80 werken van  63 cm x 48,5 cm, 2012, pastel en houtskool op Ingres papier

JdR Bord2

Zonder titel, diameter 38 cm, 2002, keramiek

Door het krijt heen kijken

Jacobien de Rooij (Rotterdam, 1947) vindt in zowel het onherbergzame als het gecultiveerde een landschappelijkheid die ze in haar tekeningen een zelfstandige gedaante geeft. In haar hoofd is het vanzelf een woekerende wildernis waarin ze een weg moet vinden om zicht te krijgen op wat ze waar kan nemen. Daar denkt ze veel over na, maar haar gedachten en ideeën vinden pas een uitweg als ze voor een vel papier staat dat ze met tekenkrijt te lijf gaat. Het maken van die grote, monumentale tekeningen van enkele vierkante meters vereist een lichamelijke inspanning die altijd ook een mentale overwinning is. Als Jacobien de Rooij het niet meer weet, kan ze door te tekenen die impasse doorbreken, al mislukken ze ook regelmatig.

Het is een wonderlijke ervaring om haar op het atelier te bezoeken. Er liggen grote papierrollen die een grauwbruine kleur hebben. Die achterkant van het door haar betekende papier verraadt in niets wat het onthult bij het uitrollen ervan. Meterslang ontvouwt zich een gewaarwording die je voelt als je een heuvel bestijgt: klimmend en voor je voeten is alles dichtbij: het uitgesleten pad, de aarde, de bodembegroeiing. Zo nu en dan opkijkend zie je opschietend gras, hei of lavendel, doornstruiken, geboomte. De heuveltop bereikend overvalt je opeens het overzicht van waar je je bevindt op dat ene punt te midden van alles. Het is een opeenvolging in de tijd van wat je ziet als je lopend, klimmend, dalend om je heen kijkt. Je ziet iets voor je en weet wat er achter je ligt. Er is een dynamisch begrip van je aanwezigheid dat geen moment beklijft en waarvan de veranderlijkheid in de tekening een eigenaardige samenhang van tijd, plaats en handeling verwerft. In iedere ruimte, bij elk licht biedt een tekening van Jacobien de Rooij een andere ervaring. Ze beeldt geen situaties af of uit, maar schept een landschappelijke stemming waar je je in begeeft. Je kunt er wel tegenaan blijven kijken, maar dan verlies je je blik. Je kunt vrij precies nagaan hoe zij heeft getekend en je kunt ook benoemen wat, maar je zult het nooit zo buiten de tekening aantreffen, waaraan ze het werk ook heeft ontleend.

Wie in haar atelier tekeningen in verschillende stadia van ontstaan bekijkt, ontdekt dat ze de meest complexe composities op die immense formaten uiterst eenvoudig benadert; uiteindelijk heeft ze alleen maar een krijtje in haar hand. De wisselwerking tussen die ingewikkelde samenhang van vrijwel onbenoembare dingen en de concrete handeling van het aanbrengen van gekleurd krijt op papier is een bezigheid waarvan je de onmogelijkheid pas goed begrijpt als je dat papiervolume blanco voor ogen houdt. Als de tekening er nog niet is, kun je je maar met moeite voorstellen dat die kan worden gemaakt. Dat het kan, heeft Jacobien de Rooij al vaak laten zien, maar dat is geen bewijs dat een nieuwe, lege papiervlakte weer een landschap kan worden. Het is belangrijk te bedenken dat Jacobien de Rooij niets projecteert. Ze heeft niet iets gezien wat ze reproduceert. Ze heeft iets gezien wat haar tot nadenken stemt en ze probeert haar overwegingen bij het landschap zichtbaar te maken. Haar tekeningen maken onmiddellijk duidelijk dat er iets aan voorafgaat en dat er nog iets nakomt. Er staat iets te gebeuren en er is net iets gebeurd. Zoals dat gaat in het landschap, net als je opkijkt, is er iets weg. Er is net een vogel op een tak neergestreken, of ervan weggevlogen. Het is die ervaring die je deel laat uitmaken van de tekening, waardoor je erin wordt opgenomen.

Een aantal recente tekeningen is ontstaan na een bezoek aan het eiland Sant’Erasmo in de Venetiaanse lagune. Sant’Erasmo was in vroeger dagen het eiland waar de groente voor de inwoners van Venetië werd verbouwd. Nu is het langzaamaan ietwat verwilderd geraakt en enigszins verloederd voor wie van een gecultiveerde natuur houdt. De tekening ‘Broccato’ uit eind 2013 laat de uitbundigheid van die verwildering zien in een daarmee tegenstrijdige harmonie van het ongeregelde. Alles wat je ziet belemmert in feite het gezicht op het geheel dat je desondanks toch ondergaat. Je moet in het landschap door het riet heenkijken en in de tekening door het krijt heen. Tussen alles door is steeds iets anders te zien.

In een iets oudere tekening, ‘Zonder titel (naar aanleiding van ‘Johannes de doper in de wildernis’ van Geertgen tot Sint Jans)’ uit 2009 is door de aanwezigheid van een onontkoombaar schaap een ander aspect van het landschappelijke aan de orde gesteld: het schijnbaar nutteloze en functieloze van een desolaat gebied krijgt door de aanwezigheid van het beest dat er onmiskenbaar de baas is een dwingende bestaansnoodzaak. Niemand is in staat het schaap daar zijn aanwezigheid te betwisten. Toch staat het schaap ook iets in de weg. Hij verspert het zicht door ons zo aan te kijken. Wie je bent tegenover dit schaap is een vraag waar je in de tekening niet op uitgekeken raakt. In het schilderij uit 1490 van Geertgen tot Sint Jans dat in de Gemäldegalerie van de Staatliche Museen van Berlijn te zien is, heeft het schaap –het Lam Gods– zich nog naast Johannes de Doper neergevleid. Bij Jacobien de Rooij staat hij zelfstandig tegenover ons. Deze tekening is een transmutatie, niet alleen van het dier, maar ook van de mens die er naar kijkt. Het schaap is de baas. Jij bent de indringer. Aan het schaap kun je niet de tijd aflezen, want die is in dat getekende dier niet stilgezet. Hier duurt te tijd voort.

Het landschap strekt zich altijd zo uit dat je het nooit in zijn geheel kunt waarnemen. Je moet om je heen kijken, om je as draaien. Dat ondergaan van het landschap dringt in de tekeningen van Jacobien de Rooij tot je door, doordat zij met die bewegingen van het krijt in haar hand een oogbegoocheling doet ontstaan waarvan onduidelijk is hoe dit resultaat in feite wordt veroorzaakt. Jacobien de Rooij tekent om zich heen.

Alex de Vries, 3 januari 2014

JDR Salon 4